Vandaag leidt die weg nog nergens heen, maar het is misschien wel leuk om op een klein overzichtskaartje te kijken hoe de heren gaan fietsen. Dit is zo’n kaartje met daarop al enkele plaatsnamen. Ton heeft zelf een heel schema met plaatsnamen en afstanden gemaakt als leidraad voor de tijd. Ze moeten tenslotte op tijd in Santiago het vliegtuig halen en met zo’n schema weet je of je nog even rustig op een terrasje een biertje kunt gaan pakken of de trappertjes nog even rond moet laten gaan.
Hier ook een foto van het Pelgrimspaspoort. De meeste mensen die te voet, per fiets of te paard (oh ja!) naar Santiago gaan, hebben een pelgrimspaspoort bij zich. Het wordt ook wel Credencial de Peregrino genoemd.
Het pelgrimspaspoort is een soort stempelkaart waarin de pelgrim stempels verzamelt van bijvoorbeeld een pelgrimsherberg, hostel, hotel of camping. Maar je mag ook een stempel vragen bij een bar, de VVV of bijvoorbeeld de lokale bakker. Met deze stempels kun je bewijzen waar je allemaal bent geweest. Met het pelgrimspaspoort kun je ook in herbergen laten zien dat je een serieuze pelgrim bent. Je krijgt daarmee toegang tot de herberg, als daar tenminste plek is want het is ook weer geen vrijbrief.
Het Compostolaat
Als je bij aankomst in Santiago de Compostela kunt aantonen dat je in een aaneengesloten periode de laatste 100 kilometer te voet of te paard hebt afgelegd of de laatste 200 kilometer met de fiets hebt gedaan, dan kun je een Compostolaat krijgen. Dat is een door het bisdom van Santiago uitgegeven bewijsstuk van het volbrengen van (een deel van) je tocht. In Santiago wordt gevraagd naar de reden van je tocht. Je kunt kiezen uit: religieus, spiritueel of sportief. Voor elke variant is er een ander Compostolaat.
Maar zover is het nog lang niet, morgen gaan ze van start!